Wij hebben er voor gekozen om les 34 Mijn familie aan tafel te gaan aanpassen.
Onze les ziet er als volgt uit..
Voorbereiding:
Context:
Als introductie op de opdracht, begint de leerkracht met een persoonlijk verhaal over zijn verjaardag. Er moet duidelijk naar voren komen wat er gegeten werd en wat er speciaal aan deze verjaardag was.
Eventueel kan de leerkracht vragen stellen klassikaal, bijvoorbeeld wat hun lievelingseten is, of wat hun leukste verjaardag was (en waarom).
Basisplan:
De kinderen tekenen hun familie tijdens een verjaardagsmaal.
Randvoorwaarden:
We moeten kunnen zien wie er jarig is, waar het maal plaats vindt en wat het lievelingseten van de jarige is.
Doelen:
Beeldend doel:
De kinderen maken een portrettekening van hun eigen familie tijdens een feestelijk maal (verjaardag)
Technisch doel:
De kinderen tekenen met aquarelpotloden ronde losse vormen zodat er onderscheid gemaakt kan worden tussen vaste en beweeglijke vormen.
Receptie:
Introduceren:
Beeldcultuur:
De kinderen tekenen hun familie op een realistische manier na. Dit is kenmerkend aan de klassieke beeldcultuur. In de klassieke schilderijen wordt zo precies mogelijk de werkelijkheid geschilderd, dat is wat de kinderen ook met deze opdracht moeten gaan doen
Beeldaspecten:
Tijdens deze les gaan we aan de slag met de categorie vorm. Waar we op gaan letten is dat de verhoudingen van de mensen op de tekeningen kloppen, en dat de houding van de mensen ook aangeven hoe ze zich voelen.
Ontwikkelingsfasen:
Deze tekenopdracht is geschikt voor kinderen die in ontwikkelingsfase 2b zitten.
Dit is de fase van de gecodeerde werkelijkheid.4
De kinderen gaan steeds meer kijken naar hoe iets er in het echt uit ziet, in de werkelijkheid.
Deze opdracht sluit goed aan op de fase omdat met perspectief tekenen in deze les voor het eerst aanbod komt. De kinderen tekenen over het algemeen vaak de tafel van de zijkant en dan de mensen van de bovenkant, dat is niet realistisch en daarom gaan we hiermee een stapje verder. De leerlingen leren deze les dat de keuze van hun standpunt invloed heeft over de hele tekening.
Informeren:
Beeldbeschouwen: We gaan kijken vanuit welk perspectief de leerling de portrettekening van zijn familie tekent. Voordat de kinderen gaan tekenen gaan wij dit de kinderen ook laten ervaren door staand neer te kijken op de tafel, of vanaf de grond (zittend) naar de tafel te kijken, en ook dat de kinderen op ooghoogte zijn met de tafel. Wat zie je? Wat gebeurt er met de manier waarop je het ziet?
Instrueren:
Beeldend probleem: Aan de tekening moeten we aan het eind van de les kunnen zien bij welke leerlingen de familie hoort en wat het lievelingseten van de jarige job is.
Productie
Observeren:
Beeldend vermogen: De kinderen mogen bepalen waar ze met de familie gaan eten en wat ze eten. Ook mogen de leerlingen zelf bepalen wie er op de tekening jarig is. Dit moet wel duidelijk te zien zijn.
De kinderen bepalen zelf vanuit welk perspectief de tafel met de familie tekenen en gebruiken hierbij verschillende kleuren om het beeld te verduidelijken. De kinderen krijgen alleen aquarelpotloden, qua kleur en opzet moeten zij dit helemaal zelf bedenken.
Begeleiden:
- De kinderen bedenken welke verjaardag er wordt afgebeeld (van wie), wat er gegeten wordt, waar er gegeten wordt.
- De kinderen tekenen het op een blaadje in het klad.
- De kinderen tekenen het in het 'echt'.
Afronden:
Tijdsmanagement: 10 minuten van te voren geven wij aan dat de kinderen nog 10 minuten hebben om hun tekening af te maken. Bij twee minuten voor tijd geven wij nog een signaal, dat de kinderen echt moeten gaan afronden.
Reflectie
Nabespreken: Is het doel bereikt? Dit controleren wij door alle kinderen hun naam op de achterkant van hun tekening te schrijven. We verzamelen alle tekeningen op een stapel en telkens trek de juf/meester een tekening uit die stapel. Klassikaal bespreken we van wie de tekening is en hoe de kinderen dat weten, of misschien iets herkennen.
Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix):
Presenteren
De kinderen vertellen kort over hun eigen tekening.
Wie staan erop, waar is het (restaurant, thuis) en wat is het lievelingseten?
Evalueren
"Hoe vonden de kinderen het zelf om te doen?" Was het leuk of moeilijk?